OOSTERNIJKERK/DOKKUM – De 71-jarige Yme Braaksma uit Dokkum neemt na ruim vijftig jaar afscheid van ‘zijn’ Ropta Boys. Hij was veruit de oudste speler van het 45+-elftal. ,,Ik voel me nog steeds fit genoeg om te spelen, maar op een gegeven moment moet je er een punt achter zetten’’, stelt Braaksma. Hij kijkt terug op een bijzondere tijd.
‘Sport is voor mij van wezenlijk belang’
Lees verder onder de foto.
Yme is geboren en getogen in Niawier. Hij begon vanaf zijn zestiende jaar bij Ropta Boys, de club die toen nog gevestigd was in Metslawier. Ropta Boys is in 1965 ontstaan vanuit de korfbalclub Wêz Warber. ,,Daar hebben we de groen-gele shirts nog altijd aan te danken. Er was in die tijd geen jeugdvoetbal, vandaar dat ik pas later ben begonnen. In het begin deed ik illegaal mee. Ik was ook lid van de kaatsvereninging Lyts Begjin Niawier. Als het seizoen ten einde liep begon het voetballen al. Het bestuur had er gelukkig begrip voor en omdat ik in de hoogste klasse kaatste had het geen consequenties voor mij als ik niet trainde. De wedstrijdsecretaris van de CFK zorgde er in goed overleg met Ropta Boys voor dat de wedstrijden op elkaar afgestemd konden worden zodat
ik het kaatsen met het voetballen kon combineren. Al met al heb ik 22 jaar in de hoofdklasse gespeeld en ruim twintig jaar in het eerste team van Ropta Boys’’, vertelt Yme Braaksma.
Zaterdag was heilig
Sport was en is alles voor Yme Braaksma. De zaterdag was heilig, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat was ‘heit’ op pad. Want de ‘derde helft’ hoorde er ook bij. ,,De bern seagen my noait op sneon’’, geeft Braaksma toe. ,,Dat stie yn it kontrakt’’, zegt zijn vrouw Ria. Het echtpaar kreeg twee dochters en een zoon. In de beginjaren van Ropta Boys werd er gespeeld op het sportveld in Metslawier dat tevens fungeerde als kaatsveld. ,,Café Veldzicht in Metslawier vormde de thuisbasis voor de club. De contributie van de leden waren de enige inkomsten die we hadden. Gelukkig waren er wel diverse sponsoren die de club steunden met onder andere shirts. Wat hebben we een mooie tijd gehad, daar in café Veldzicht. En wat heeft de familie Dijkstra een belangrijke rol gespeeld voor het voetballen van Ropta Boys.’’
Hoofdveld naar Oosternijkerk
Yme Braaksma heeft zo ongeveer alle functies binnen de voetbalvereniging vervuld. Van voorzitter tot het kalken van lijnen op het veld. Maar bovenal was hij speler. ,,We begonnen in de onderste regionen, in de vierde klas FVB (Friesche Voetbalbond). We hebben lang in de FVB gespeeld en toen we eenmaal promoveerden naar de KNVB was dat groot feest voor Ropta Boys’’, weet Yme Braaksma. In die tijd waren er meerdere sportverenigingen in de dorpen die elk het liefst een eigen accommodatie wilden. In het kader van sportbeleid in de gemeente werd in goed overleg besloten om voetbal, kaatsen en tennis over de drie dorpen Metslawier, Niawier en
Oosternijkerk te verdelen. Uiteindelijk is de voetbalclub overgegaan naar Oosternijkerk, omdat dit dorp meer potentie had dan Metslawier, ook qua sponsoren. Een kaatsveld werd aangelegd in Niawier, Metslawier kreeg een tennisaccommodatie en de voetballers moesten voortaan naar Oosternijkerk. ,,Dat werd ons niet door iedereen in dank afgenomen. In Oosternijkerk is toen een nieuw voetbalveld aangelegd, er werd een lichtinstallatie geplaatst en we kregen onze eerste kantine.’’
NK in Zeeland
In coronatijd hakte Yme Braaksma de knoop door en besloot hij een punt te zetten achter zijn voetbalcarrière. ,,Ruim twee jaar geleden zijn we verhuisd naar Dokkum, dus was ik al gestopt met het vrijwilligerswerk, nu wil ik ook ruimte maken voor de jongere spelers in het 45+-team. We hebben prachtige tijden meegemaakt met dit zevental, vooral het NK in Zeeland, waar wij bij de laatste acht van Nederland speelden. Ook de sportdagen in Dongeradeel waren altijd
één van de hoogtepunten voor Yme en zijn teamgenoten. Zo’n duizend mensen stonden dan langs de kant en er was maar één scheidsrechter –
Kees Boers die durfde te fluiten, want het was haat en nijd tussen deze clubs. Wat hij ook nooit zal vergeten was de eerste verzorger die het eerste elftal van Ropta Boys kreeg. ,,Dat was een magnetiseur uit Hantum. Hij had z’n eigen methode van blessure behandeling bij de spelers, namelijk zonder ze aan te raken en de waterzak kwam er al helemaal niet aan te pas. Voor de meesten van ons een vreemde ervaring. Anderen riepen dan: ‘Wat foar frjemde gast ha jimme no wer meinaam…’ Maar hij had wel bijzondere krachten. Er zijn dingen bij de club gebeurd, waar nog lang over nagepraat wordt.’’
Nooit blessures
Yme Braaksma heeft op een gebroken sleutelbeen na, nooit blessures gehad. ,,Ik voel me nog fit, maar nu ik er een tijd uit ben geweest kost het toch meer moeite om alles weer op te bouwen. Bovendien heb ik een nieuwe hobby: fietsen.’’ Daarnaast zal hij nog regelmatig langs de lijn te vinden zijn. Zijn ‘pakesizzers’ Hidde en Femke spelen bij VV Dokkum en Jelmer en Arjen bij VV Kollum, terwijl Femke ook lid van de kaatsvereniging Oostergo is. ,,Ze heeft haar eerste krans al binnen. Als de pakezissers zo nu en dan tegen elkaar spelen dan is de grote vraag aan pake: wie moet er winnen en met wie houdt Pake het? Dan zeg ik heel voorzichtig: de sterkste zal winnen. Soms ben ik nog wel een beetje te fanatiek, dat zit er nu eenmaal in. Dat weten de pakesizzers ook. De twee andere pakezizers Nienke en Remco hebben voor andere sporten gekozen. Als ik moet rijden voor een voetbalwedstrijd zeggen ze: pake wit wol wêr’t er wêze moat. Ik heb door de jaren heel wat sportvelden gezien en veel mensen leren kennen dankzij de voetbalwereld. Als ik er één persoon moet uitlichten is dat toch wel Jan Torensma. Een topvoetballer voor Ropta Boys met wie ik heb gevoetbald en in het bestuur heb gezeten.
We hadden aan een half woord genoeg. En nog steeds…’’