Veertigduizend euro voor een haarlok van Justin Bieber. Zestigduizend euro voor een briefje met een slordig opge`krabbelde aantekening van Steve Jobs. Of dertigduizend voor de outfit van Max Verstappen. Het zijn zomaar een paar absurde bedragen die fans neertellen voor spullen van hun idool. Maar het kan nog gekker, weet ik inmiddels.
Iedereen hoopt natuurlijk op een toevallige ontmoeting met Brad Pitt in de plaatselijke McDonalds, waarna Pitt z’n hamburgerdoosje op tafel laat staan. Of een tankhandschoentje dat Taylor Swift bij het benzinestation argeloos op de grond laat liggen.
Zo’n afgedankt doosje of handschoentje is namelijk grof geld waard, maar de kans dat zoiets jou overkomt nihil. Met andere woorden: wij gewone huis-tuinen-keuken Hollanders hebben niets in huis om grof geld voor te vragen.
Maar daar vergis je je in, ontdekte ik vorige week. Er schijnt namelijk een levendige handel te zijn in gebruikt ondergoed. Damesondergoed welteverstaan. Er schijnt nog ergens een groep mannelijke Neanderthalers te bestaan, die bronstig worden van de geur van gebruikt ondergoed. Deze oer-mannen schijnen er bovendien graag voor te betalen. Catching!
Geen toevallige ontmoeting met Brad of Taylor, gewoon je ondergoed niet meer wassen en je bent binnen. Natuurlijk worden er geen duizenden euro’s neergeteld voor je smerige string, maar de prijzen schijnen toch te schommelen rond de twintig tot dertig piek per broekje. Laat economie nooit mijn sterkste vak zijn geweest, zelfs ik kan uitrekenen dat dit een goudmijntje is.
Mijn economiedocent leerde me echter nog een belangrijk gegeven, namelijk de wet van vraag en aanbod. Wanneer de vraag hoog is en het aanbod laag, dan stijgen de prijzen. Is het net omgekeerd, dan kun je je product aan de straatstenen niet slijten. Met andere woorden: ik zou alles voor mezelf verpesten door ineens met zeven onderbroeken per week de markt te bestormen.
Met andere woorden: zo’n ongewassen onderbroek moet een uniek product blijven. Het kan dan ook geen Zeeman of Hema-broekje zijn. Het moet luxer, stijlvoller. Een satijnen zwarte string met rood kant en glimmende diamanten. Kost echter in de aanschaf ook iets meer dan een Hema-hipster. Bij Christine Le Duc is een zogenoemde open kruis string al snel 15 euro.
Het komt dus aan op gezond verstand én wiskundig inzicht. Vandaar dat ik me heb gebogen over een nieuwe formule. A-kwadraat min B-kwadraat is C-kwadraat. Daarbij is de factor A de prijs die de aparte snuiver neertelt voor mijn riekende string. De factor B staat voor de prijs van het broekje dat ikzelf moet betalen. En c is uiteraard pure cash. Lijkt mij een uitstekend bedrijfsplan om mee aan te kloppen bij de KvK.
Net als een echte start-up moet ik daarvoor eerst flink investeren. In mijn geval in nieuwe lingerie, want die uitgelubberde, verkleurde en verwassen boxers die ik nu draag kan ik moeilijk opsturen naar zo’n bronstige Neanderthaler. Alhoewel: dat zou wel echt onderbroekenlol zijn.
Nynke van der Zee