Zou het hier niet een beetje meevallen, dacht ik toen ik las dat in Amsterdam de eerste Black Lives Matter-demonstratie gehouden zou worden. Dat is híer toch niet nodig, dacht ik toen ik las dat er ook in Leeuwarden gedemonstreerd zou worden. Maar inmiddels weet ik beter. Discriminatie is dichterbij dan ik dacht.
Ik sprak afgelopen week met een man die wanneer je erg goed kijkt getint is. ‘In de zomer ben ik wel flink wat bruiner, hoor’, lachte hij. ‘Wie niet’, pareerde ik. Daar was ‘ie het mee eens. Iedereen probeert nu immers krampachtig om een beetje te kleuren. Maar wanneer je het gehele jaar door een zomers bruin tintje hebt, is dat reden om gediscrimineerd te worden. Bijzonder, wanneer je er over nadenkt.
Terug naar de man die ik aan de lijn had. Hij had een mediterraans uiterlijk, omschreef hij het zelf. En z’n bruine kleurtje was geregeld aanleiding voor kwetsende opmerkingen. Echt, vroeg ik ongelovig, terwijl ik z’n foto nog eens beter bestudeerde. Hij vertelde dat hij onlangs nog uit een winkel was gezet, omdat de eigenaresse ‘zijn type mensen’ niet in haar zaak duldde. ‘Zijn type mensen’ is dus een andere bewoording voor mensen met een kleurtje.
En daar blijft het niet bij, vertelde hij. Vrijwel iedere maand krijgt hij wel een racistische opmerking naar z’n hoofd geslingerd. Houden mensen verschrikt hun tasje vast wanneer hij langsloopt. Of grijpen spontaan naar hun telefoon wanneer hij achter hen in de rij staat. Hij raakte er inmiddels aan gewend, gaf ‘ie toe. Maar daarom deed het niet minder zeer.
Ik voelde me alsof ik net vanonder een steen was gekropen, zo naïef om te denken dat racisme in Nederland niet meer voorkomt. In míjn leven niet in ieder geval. Dus had ik voor het gemak maar aangenomen dat dit voor iedereen zou gelden. Nou ben ik zelf zo wit als krijt, doorzichtig bijna in de winter. Mijn vooren achternaam zijn Hollandser dan Hollands en ik heb blond haar. Kortom: geen enkele reden om mij te discrimineren, zou je denken.
Maar dat is niet geheel waar. Het feit dat ik op vrouwen val, is uiteraard wél een reden dat mensen me kunnen veroordelen om wie ik ben. Tot nog toe valt dat gelukkig mee. In plaats van een lullige opmerking krijg ik meestal excuses wanneer mensen ontdekken dat ik geen man maar een vrouw heb. De sorry’s zijn niet van de lucht, terwijl dat nergens voor nodig is. Ik moet er altijd om lachen.
Dit vertelde ik aan de man aan de telefoon. Ook hij was het met me eens dat we in Nederland ontzettend tolerant zijn. ‘We hebben hier geen megaprobleem’, concludeerde hij. ‘Maar dat betekent niet dat we onze ogen moeten sluiten voor het feit dat racisme hier wel degelijk is.’ Hij vergeleek het met een gevaarlijk kruispunt, waar een aantal keer per jaar een ernstig ongeluk gebeurt. ‘Dan kun je wel zeggen: ach het gaat maar om een paar gevallen per jaar, maar vaak is dat voor gemeenten wel reden genoeg om zo’n kruispunt veiliger te maken. Zo is dat met racisme ook’, vond hij. ‘Ook dat moeten we aanpakken, zodat iedereen zich veiliger voelt.’
En gelijk heeft ‘ie. Niet alleen black lives matter. All lives matter.
Nynke van der Zee