Pers- en natuurfotograaf Marcel van Kammen verbleef in juli een kleine week in het meest noordelijke dorp van onze aarde: Ny-Alesund. Hij aanschouwde daar met zijn eigen ogen (en een deel daarvan werd vastgelegd op foto’s) wat de directe grote gevolgen zijn van de opwarming van de aarde op Spitsbergen. Dat deze gevolgen voor flora en fauna op Spitsbergen en dus ook de Noordpool funest zijn, werd duidelijk.
Dat ook de rest van de wereld hiervan grote gevolgen gaat ondervinden, is zonder enige twijfel het geval. Marcel van Kammen was hier met natuurredacteur Halbe Hettema. Samen maakten zij voor de Leeuwarder Courant een schitterende reportage omtrent het werk, dat onderzoeker Maarten Loonen van de Rijksuniversiteit Groningen hier verricht. Een onderzoeker met kennis van zaken, die inmiddels twintig jaar ervaring heeft in Ny-Alesund, dat onder Noorwegen valt en slechts 1000 kilometer van de Noordpool gesitueerd is.
Ny-Alesund is een door onderzoekers gesticht dorpje, waar inmiddels al ruim honderd jaar onderzoek wordt verricht. De bevolking van het dorpje wisselt eigenlijk jaarlijks van samenstelling en bestaat alleen uit onderzoekers (150250). In de periode van het noorderlicht is er amper verschil tussen dag en nacht, mede daarom worden er vrij strenge regels gehanteerd om een ritme in het leven te houden. ‘Wij hadden de prachtige uitnodiging, maar ook uitdaging om een reportage te maken over het leven en werk van Maarten Loonen van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verblijft inmiddels al ruim 20 jaar op Spitsbergen en houdt zich, mede in opdracht van het NIOZ op Texel, vooral bezig met onderzoek naar brandganzen en het effect van de klimaatveranderingen. De verhalen en conclusies tonen een onthutsend beeld, het maakt je triest, vooral ook als je bedenkt dat het leefgebied van duizenden dieren direct wordt bedreigd en indirect ook de aarde. Ik denk dat we bezig zijn om de aarde in een verrassend snel tempo dramatisch te veranderen. Je moet niet in duizenden of wellicht honderden jaren denken, maar wellicht binnen honderd jaar zullen ook hier de negatieve gevolgen zichtbaar zijn als het in dit tempo doorgaat.’
Marcel van Kammen lachend: ‘De heenreis ging eigenlijk verrassend vlot. Ik zat op zondagmiddag even met vrienden op een terrasje en zei toen gekscherend: Het is mij hier te warm, ik ga naar Spitsbergen. We stapten op Schiphol in het vliegtuig naar Oslo, vandaar met een binnenlandse vlucht naar Longyearben en toen met een klein vliegtuigje, met zes man aan boord, naar Ny-Alesund. Ik heb toen zo’n acht uur later een appje met foto naar de groep gestuurd en kreeg als reactie “verrek, je meende het ook nog”.
Afstanden lijken te vervagen, maar juist mede door de mogelijkheden die vliegtuigen bieden, neemt de opwarming een vlucht.’‘IJsberen? Helaas heb ik die niet kunnen waarnemen. Door de opwarming van de aarde verdwijnt er veel ijs en kunnen ijsberen heel moeilijk aan eten, vooral zeehonden, komen. De ijsberen zwerven door het gebied en in plaats van zeehonden, moeten ze zich noodgedwongen voeden met onder andere de eieren van brandganzen. De hele kolonie brandganzen was hun eieren kwijtgeraakt aan de ijsbeer met in het kielzog de poolvos, die daarnaast binnen het dorp ook vrijwel de complete kolonie Noordse sterns van hun eieren en jongen beroofde. Doordat ijsberen zwerven is het kamp compleet omheind en mag je, zonder gewapende begeleiding, ook niet buiten het kamp komen. IJsberen zijn gevaarlijker dan bruine of andere beren.
Laatstgenoemden waarschuwen en imponeren meestal, een ijsbeer valt vrijwel direct aan. Natuurlijk is het niet de insteek van de onderzoekers om hen te doden, ze druipen meestal af als er waarschuwingsschoten gelost worden. Ik had ze graag op de foto willen zetten. De poolvos is ook alweer zo’n soort die steeds verder moet zwerven om aan prooien te komen, uiteraard ten koste van weer andere dieren. De poolvos sloop soms door ons kamp op zoek naar eieren van de Noordse stern. Een ei was soms nog geen uur gelegd of het was alweer verdwenen.’
Marcel had voldoende warme kleding in zijn bagage. Hoe anders was eigenlijk de realiteit. ‘Het was voor mij ongelofelijk, maar er waren momenten dat ik uit de wind in een shirtje kon genieten van de zon. De thermometer gaf maar liefst twaalf graden aan, daar waar tot enkele jaren geleden een temperatuur van tussen 2 en 8 werd gemeten. Ondanks dat ik er voor het eerst was, besefte en voelde ik dat dit niet normaal was, dat dit verontrustend was. Ik kreeg nog meer dat idee toen we in een bootje het water op gingen, ik raakte onder de indruk van de hoge gletsjers, die echter in twintig jaar meer dan gehalveerd waren. Plotseling zag je zo’n groot blok ijs van een gletsjer vallen, een voor mij levend bewijs van de afbrokkeling. Een enorme plons, hoge golven en het witte landschap was weer rustig. Wat niet rustig was, waren de grote groepen zeevogels, die nog met duizenden hier broeden, daar waar het tienduizenden waren. Hun leefgebieden veranderen, er komen minder geschikte nestlocaties, maar ook worden nestlocaties voor hongerige predatoren gemakkelijker bereikbaar. Ieder jaar steeds meer.’
‘Als natuurliefhebber was het voor mij een prachtige ervaring. De verhalen van de mensen in het dorp, iedere onderzoeker had zijn eigen specialiteit. De antwoorden op de vragen van Halbe Hettema aan de onderzoekers. Je krijgt een steeds beter zicht op wat er met onze aarde aan de hand is, waar we als mensheid verschrikkelijk in de fout gaan. Tegelijkertijd besef je echter helaas ook dat het tij eigenlijk niet te keren is, dat je het niet kunt stoppen. Wellicht wel vertragen, waardoor je meer tijd krijgt om wereldwijd eventueel maatregelen te nemen. Je ervaart en beseft, dat de opwarming van onze planeet voor sommige landen een ver-van-mijn-bed probleem is. Dat sommige landen amper beseffen waar ze mee bezig zijn. Ook in Afrika en Azië zal de temperatuurstijging voelbaar zijn en dat is uiteraard niet bevorderlijk voor hun leefomstandigheden.’
Cijfertjes, getallen, onderzoeksresultaten. Marcel van Kammen kwam ze tegen, schrok soms van de resultaten, vooral als er bij die cijfers ook nog uitleg was. Dat bijvoorbeeld een opwarming van 2% in Nederland betekent, dat dit op Spitsbergen 6% is. ‘Als je de cijfers in de juiste proporties ziet schrik je, het toekomstbeeld voor de aarde wordt simpelweg somber. Na de opwarming komt de tijd dat het kouder, veel kouder zal worden. Wanneer? Ja, dat kan men nu nog niet berekenen, maar dat het eerder komt dan berekeningen tot nu toe lieten zien, lijkt vrijwel zeker. De reis heeft indruk gemaakt, stemt mij somber over de aarde, maar ik wil mij daardoor niet laten beïnvloeden. Dat we de veranderingen ook hier zullen merken en wellicht al merken is duidelijk. Dat heeft het onderzoek met de brandganzen reeds uitgewezen, deze vogels zullen naar andere broed- en foerageerlocaties op zoek gaan. De brandgans is nu inmiddels een broedvogel in Nederland, hetgeen wellicht vijftig jaar geleden nooit denkbaar was geweest.
Tekst: Johannes van Kammen
Foto’s: Marcel van Kammen
De ganzen van Spitsbergen hebben tenminste nog de mogelijkheid om zich ergens anders te vestigen, ijsberen, poolvossen en ook zeehonden zullen in hun vaste leefgebieden uitsterven, gaan wellicht op termijn de dinosaurussen achterna. Het natuurlijke evenwicht raakt volledig uit balans, we zullen op het einde veel verliezen, maar tussendoor andere soorten in ons land mogen begroeten. En ja, als je het mij vraagt, verliest uiteindelijk ook de mens in de toekomst de strijd tegen de elementen,’ besluit Marcel van Kammen zijn verhaal van een boeiende en indrukwekkende reis.