Albert Dantuma uit De Westereen haalde in 2006 samen met vrienden zijn vliegbrevet. Inmiddels heeft hij al heel veel mooie vluchten beleefd. Een enkele vlucht zorgde voor spanning doordat de motor niet meer aan of niet meer uitwilde. Desondanks is het volgens de liefhebber een toegankelijke, betaalbare en relatief veilige hobby. “Mijn scherm fungeert als parachute. Dus die heb ik altijd bij me.”
Wat moet je doen voor het vliegbrevet?
“Als eerste moesten we ons theorie-examen halen. Dat was best een uitdaging, want er waren helemaal geen boeken voor. Daarom hebben we geprobeerd zoveel mogelijk informatie van internet te halen. Bij de theorie komen veel verschillende aspecten aan bod, zoals meteorologie, het ontstaan van wolken, veiligheid, navigatie en regelgeving. Na het behalen van het theorie-examen hebben we in Terherne praktijkles gekregen. En uiteindelijk hebben we ook ons praktijkexamen gehaald.”
Zijn jullie daarna al snel zelf gaan vliegen?
“Jazeker! Na ons examen hebben we onze uitrusting gekocht. Deze bestaat uit een motor, een scherm, een overall die als windstopper dient, een helm, een portofoon en een GPS. Officieel mag je alleen opstijgen en landen vanaf een vliegveld. Gelukkig heeft een nabijgelegen weiland de status ‘vliegveld’ gekregen. Daardoor kunnen we vlak bij ons huis vertrekken.”
Wat vind je zo leuk aan het vliegen?
“Het uitzicht is prachtig. Ik heb een GoPro camera gekocht waarmee ik hele mooie filmpjes maak. Ik vind het ook heerlijk om bijvoorbeeld naar 1 km hoogte te vliegen en dan de motor uit te zetten. Dan suis ik langzaam als een vogel naar beneden.”
Wat zijn voor jou de meest bijzondere vluchten?
“De vluchten over een wat langere afstand. Zo zijn we een keer vanuit Sloten naar De Westereen gevlogen. En vanaf De Westereen naar Workum. Tijdens deze vlucht kon ik veel verschillende punten herkennen, zoals het sportpark in Sneek en de fierljepschans in IJlst.”
Heb je wel eens een noodlanding moeten maken?
“Twee keer. Ik vloog een keer boven Eastermar toen er allemaal mensen naar me zwaaiden. Ik besloot een rondje in de lucht te draaien. Om zo stabiel mogelijk te blijven, doe ik dan altijd mijn motor even uit. Maar toen ik daarna de motor weer wilde aanzetten, deed hij het niet meer. Ik zat op 80 m hoogte. Dat betekent dat ik nog zo’n 40 tot 50 seconden had voor ik de grond zou bereiken. Snel zocht ik naar een geschikte locatie om te landen. Eerst zag ik alleen maar bomen en een wei vol paarden. Uiteindelijk ontdekte ik een gemaaid grasland, waar ik ben geland. Het draadje van mijn startmotor bleek los te zijn. Gelukkig deed de trekstarter het wel en kon ik weer opstijgen.”
En de tweede keer?
“Toen ging mijn motor niet meer uit. Daardoor had ik te veel snelheid bij het landen. Ik vloog recht op een hek af en moest een bocht naar rechts maken.
Bij het maken van een bocht gaat het vliegtuig nog sneller. Daardoor kwam ik met een flinke smak op de grond terecht.”
Ben je bang dat de motor vaker hapert?
“De motor gebruik je puur om omhoog te gaan. Het scherm is het allerbelangrijkste. Dat houdt me in de lucht. Ik vind het een relatief veilige sport. Het scherm dient als parachute en die heb ik altijd bij me. Al zijn er natuurlijk wel bepaalde gevaren, zoals onweerswolken. Deze kunnen je naar binnen zuigen.”
Welke vlucht staat er nog op je wensenlijstje?
“Ik zou ooit heel graag een keer in de bergen willen vliegen. Maar ik heb een eigen slagerij en daardoor ontbreekt het me vaak aan tijd.”
Raad je anderen aan om het ook te proberen?
“Het is een mooie, redelijk betaalbare hobby. Vroeger moest je tandarts of dokter zijn om zelf te kunnen vliegen. Dat hoeft nu niet meer. Natuurlijk moet je eerst investeren in de uitrusting. Daarna vallen de kosten reuze mee. Met een paar liter benzine kun je een mooi rondje vliegen. Zo kun je laagdrempelig heel veel plezier beleven. “