DOKKUM – Zijn grote droom heeft alpineskiër Carsten Nienhuis nooit onder stoelen of banken geschoven. De Dokkumer wil naar de Olympische Spelen van 2026, die over een kleine twee jaar in Italië plaatsvinden. Een zware knieblessure hield hem niettemin lange tijd van de bergen vandaan. Na een moeizame comeback moest Nienhuis terug naar de tekentafel. Het 21-jarige talent heeft nog een flinke weg te gaan en is daarin zowel realistisch als hoopvol.
Van september tot en met april is Nienhuis – die als 8-jarige verslaafd raakte aan skiën – jaarlijks vrijwel altijd in Oostenrijk te vinden. In de periode erna woont hij in Dokkum, al wordt hij ook dan maandelijks in Oostenrijk verwacht. Meestal met Salzburg als uitvalsbasis, al is hij recent veel in Tirol te vinden. Dat heeft een reden. “Ik maak sinds kort deel uit van een ander team. Dit hebben we in de afgelopen weken rondgemaakt”, begint Nienhuis. In het leven van een talentvolle topsporter zou je verwachten dat de teamswitch met het opschalen van het niveau te maken heeft, maar niets is minder waar. “Ruim twee jaar geleden scheurde ik tijdens een slalomtraining een meniscus en kruisband af. Toen ik na een lange herstelperiode terugkeerde bij mijn oude team, waren vrijwel al die atleten aanzienlijk verder. Ik moest keuzes maken, want het koste moeite om aansluiting te vinden.”
Te snel willen
Na de horrorblessure die het toekomstbeeld van Nienhuis enigszins deed vertroebelen, revali-deerde hij in Dokkum grotendeels onder de vleugels van fysiotherapeut Stefan Bodde. Ondanks de professionele begeleiding van Bodde wilde Nienhuis te snel. “Ik moest geduld hebben. Dat hoorde ik uit meerdere hoeken. Maar geduldig zijn past niet zo goed bij mij. Enkele dagen na de operatie liep ik alweer rond op krukken. Zo snel mogelijk die berg op, dat was mijn doel. In het revalidatieproces was ik onrustig en zoekende. Om het gebrek aan focus en een vast ritme te compenseren, ging ik ernaast werken. Al met al werd de knie veel te veel belast, wat zich bij-voorbeeld uitte in vochtophoping. Ik vertraagde mijn
revalidatie door eigenwijs te zijn en niet naar mijn eigen lichaam te luisteren.”
‘Ik ging overcompenseren en zat in een survivalmodus’
Survivalmodus
Zoals genoemd had Nienhuis het moeilijk toen hij weer deel uitmaakte van zijn oude team. “Ik was stil blijven staan, zij waren verdergegaan. Ik probeerde mee te gaan in het niveau, gedragen door het fanatisme van mijn voormalig trainer Balthasar Meissl. ‘We hebben doelen gesteld, die moeten we halen’, zei hij. Achteraf gezien was dat onmogelijk. Toch ging ik erin mee, waardoor ik mezelf een verkeerde skitechniek aanleerde. Je kunt het zien als overcompensatie. Ik ging in survivalmodus en zette tijdens het skiën te veel druk op de ski’s. Door dat te lang te doen ver-anderde mijn manier van skiën, terwijl het technische gedeelte juist het meest belangrijk is.”
Mentale uitdagingen
Dit moest anders, iets wat niet alleen Nienhuis inzag. Nadat de nadruk lange tijd op het aanster-ken van de knie lag en hij vorig jaar de hele zomer doortrainde met een performance coach, is Nienhuis momenteel qua fysiek en fitheid in topconditie. De grootste winst wist hij te behalen door goed te luisteren naar een sportpsycholoog. “Ik moest pas op de plaats maken en daar heeft hij goed bij geholpen. Ik moest mijn doelen bijschaven en dat betekende in dit geval niet langer deelnemen aan wedstrijden, maar alles op alles zetten in het perfectioneren van mijn skitechniek.” De sportpsycholoog vormt samen met Nienhuis en zijn nieuwe coach Dietmar Thöni een sterke drie-eenheid die uiteindelijk in
gezamenlijkheid gaan bepalen of Nienhuis klaar is voor de volgende stap: wedstrijden skiën.
‘Alles draait nu om het perfectioneren van mijn skitechniek’
Optimistisch
Anno 2024 werkt Nienhuis keihard aan zijn rentree en is het met name zaak om zonder druk van het moeten skiën van wedstrijden zijn techniek te optimaliseren. “Daar valt en staat alles mee”, gaat Nienhuis verder, “waarbij ik niet mag terugvallen. Om een beeld te geven, van alle wed-strijden die ik na mijn blessure reed haalde ik in negen van de tien gevallen de finish niet. On-der de vleugels van oud-prof Thöni is het gevoel meteen heel goed.” Om niettemin te kunnen meedoen aan de Olympische Spelen, is deelname aan wedstrijden essentieel. “Je moet punten behalen om op de wereldranglijst te komen. Dat zit er nu niet in, dus de Olympische Spelen zijn ver weg. Dan moet er een klein wonder gebeuren.”
Worden de Olympische Spelen in 2030, waarschijnlijk gehouden in de Franse Alpen, de stip aan de horizon voor Nienhuis? “Ik ben net eenentwintig jaar geworden en je piek ligt rond je vijfen-twintigste. In die zin zou dat best kunnen. Enkele weken geleden nam ik afscheid van trainer Meissl. Dat was mooi en emotioneel tegelijk. ‘Ik heb vertrouwen in jou. Je kan sneller skiën dan iedereen’, zei hij. Daar zaten we, beide met betraande ogen. Hij is optimistisch, maar ik ook. Ik weet dat het erin zit”, aldus Nienhuis afrondend.