DE WESTEREEN – ,,Je binne yn de Westereen op sneon of op sneen gebo- ren’’, zo zegt Wietze Stienstra met een stelligheid die geen twijfel kent. Een tussenweg is er niet. Natuurlijk is het niet letterlijk bedoeld, de dagen houden verband met voetballen op zaterdag of spelen op zondag. De ‘dowen’ op zaterdag, de voetbal op zondag. Het voetbalverleden in De Westereen geformuleerd in één zinnetje want tegenwoordig is er alleen nog een zaterdagclub vv Zwaagwesteinde.
(lees verder onder de foto)
Voor de in 1949 geboren Stienstra betekent de realiteit van nu dat de zondag in het teken staat van een dagje uit ‘mei de frou’ of samen naar een restaurant gaan. Maar met de corona zijn dat voorlopig even vergezichten, zeker wat betreft het bezoek aan een restaurant. De tijd van de scheiding der geesten op voetbalgebied zijn definitief voorbij en dat geldt zeker voor Stienstra die op zondag maar één reisbestemming kende: Sportpark De Wieken met vv Zwaagwesteinde als zondagsclub in de hoofdrol.
Voorbij zijn de dagen dat in de kantine van de voetbalclub op zaterdag de groene bierviltjes van Heineken de tafels sierden terwijl een dag later het rood van Amstel domineerde. Voor buitenstaanders amusante details die de echte pijn over de teloorgang van die glorieuze ‘Readsjes’ moet verhullen. Want uiteindelijk was de op 21 juni 1931 opgerichte voetbalclub toch echt een club die op zondag speelde. De glorie op zondag in de tweede klas met roemruchte clubs als Alcides of Achilles. Roem die uiteindelijk niet bestand bleek tegen andere tijden.
Stienstra had zijn bedenkingen: ,,Je makken sa in feriening yn in feriening.’’ Zekertoendebestuurlijkemaatregel van kracht werd dat jeugdspelers tot de leeftijd van achttien jaar bij het maken van een keus tussen zaterdag en zondag een ondertekende verklaring van hun ouders nodig hadden.
Pas in het seizoen 1948/1949 deed er voor het eerst een vv Zwaagwesteinde op zaterdag mee aan de com- petitie in de toen nog Friese Voetbal Bond (FVB) geheten afdeling. Dus toevallig in het jaar dat Stienstra in 1949 werd geboren in De Parkloane in toen nog Zwaagwesteinde. In die tijd nog een onvervalste volksbuurt die je als opgroeiend kind als een ‘schaarse periode’ kunt betitelen, zo- als Stienstra het ietwat diplomatiek zegt. ,,It wie de ‘legemagenbuert’ en sa waard it ek neamd.’’ Desondanks noemt Stienstra zijn eigen jeugd ‘gelokkich’.
Zonder overigens blind te zijn voor de schaduwkanten van die Parkloane. Het gezin van Tjipke en Alie Stienst- ra telde zes jongens en één meisje. Tjipke was koopman in regenkleding voor een landbouwcoöperatie en mem was de motor van het gezin, het anker die het gezin op de rechte koers hield. Zoals trouwens bijna alle vrou- wen in die buurt de spil vormden die het gezin bij elkaar hielden. Het raakt Wietze nog altijd als hij terugdenkt aan bepaalde dingen die hij als kind meemaakte.
,,Dochs wie it in moaie tiid. Boartsje mei oare bern op strjitte, de natuer yn mei de oare bern, yn earmoede sis mar ‘lotgenoten’, foetbalje yn it parkje of op strjitte. Op strjitte wie it dan de bal ien kear reitsje.’’ Als geheugensteun heeft hij het allemaal kort op een briefje geschreven. Daar staat: ‘De Parklaan was in de zestiger en zeventiger jaren de kweekvijver van voetbaltalent voor het eerste elftal van de zondag’. ,,Ik tink dat der wol in man as acht fan de Parkloane doe yn it earste spilen of spile ha.’’
,,Dochs wie it in moaie tiid. Boartsje mei oare bern op strjitte, de natuer yn mei de oare bern, yn earmoede sis mar ‘lotgenoten’, foetbalje yn it parkje of op strjitte. Op strjitte wie it dan de bal ien kear reitsje.’’ Als geheugensteun heeft hij het allemaal kort op een briefje geschreven. Daar staat: ‘De Parklaan was in de zestiger en zeventiger jaren de kweekvijver van voetbaltalent voor het eerste elftal van de zondag’. ,,Ik tink dat der wol in man as acht fan de Parkloane doe yn it earste spilen of spile ha.’’
De glorie als keerzijde of compensa- tie voor de ‘schaarse perioden’ die er ook waren. Wietze Stienstra heeft ‘in libben lang oan de mitseltried stien’ en hij woont nu riant als het resultaat van dat beroep in een fraai zelf ge- bouwd huis met ‘triedrjochte foegen’, zoalshijhetzelfzegt.Twaalfjaarwas hij toen het eerste baantje van ‘ier- appelsykjen’ zich al aandiende. Zijn broer Marten werd in 1953 geboren en had op die leeftijd een baantje bij de melkboer.
,,Ik ha wol fjirtich jier mei Marten oan de tried stien’’, zo zegt Wietze
met gepaste trots. Samen gemetseld aan eigen huizen, weg uit de ‘earmoede’ van De Parkloane. Jarenlang heeft Wietze genoten van de keeperstalenten van Marten want Marten was het grootste voetbaltalent van de familie Stienstra. De glorie van later die Wietze vooral als toeschouwer en ‘fan’ mocht meemaken want zijn eigen voetbalplafond lag niet hoger dan het tweede elftal van vv Zwaag- westeinde.
Sportglorie dus voor De Parkloane. Neem Rinze Bruinsma, die als wielrenner bij de nieuwelingen kampioen van Fryslân werd en later nog eens die titel op de weg veroverde. Om bij het voetbal te blijven, Jurjen van Kammen, Gerrit Plantinga, ‘Mister Zwaagwesteinde’ Wieger Elzinga, Gerrit Smit, Wouter Jager, Jan de Jong en Jacob Lap. Zij speelden allemaal in het eerste elftal van vv Zwaagwesteinde. Wietze Stienstra somt het rijtje namen moeiteloos op met toch wel heel begrijpelijk een speciaal plekje voor Marten Stienstra.
‘Ik tink dat der wol in man as acht fan de Parkloane doe ynitearstespilenofspilha’
Behalve Marten Stienstra kwam ook Wouter Jager al vroeg in beeld van de semi-profclubs van die tijd. Go Ahead uit Deventer bood Wouter een contract aan maar Fryslân de rug toekeren was een heel karwei. ,,Dat wie foar in soad Westereenders moeilik. Allinne ‘Oeter’ ( Johan Zuidema) hatitoandoardomfuorttegean.’ een contract aan van 16.000 gulden. ,,Heit, Sije en ik ha doe mei west nei Almelo.’’
Dat Marten uiteindelijk keeper werd had ook weer deels te maken met een te grote bescheidenheid want het voetbal als speler ging hem even gemakkelijk af. ,,Gjinien woe froeger op de goal, dus dan sei Marten fan ‘Dan gean ik wol op ‘e goal’.
Dan offere hy him op.’’ Het leverde Marten wel aandacht op want op zijn zeven- tiende jaar stond hij al in het eerste elftal met mannen als Sikke Venema en Klaas Kooistra. Dat duurde negen jaar want er zat ook nog een jaar bij dat hij noodgedwongen veldvoetballer was.
Dat was merkwaardig genoeg tijdens zijn laatste seizoen bij vv Zwaagwesteinde. Door een pinkblessure kon hij een jaar lang niet keepen en dus… werd hij veldspeler in het eerste elftal. Met uiteindelijk veertien tref- fers achter zijn naam in dat seizoen. Helemaal uit de lucht vallen kwamen die voetbalkwaliteiten nu ook weer niet want tot de A-junioren speelde Marten altijd rechtsbuiten.
In 1980 klopte SC Cambuur uit Leeuwarden aan de deur en zes jaar lang was Marten semi-prof, ,,Hy mitsele der ek noch by.’’ En zes jaar lang was Marten reservekeeper bij Cambuur achter Oscar Zijlstra. Mis- schien was Marten wel recordhouder reservekeeper, zo opperde iemand. ,,Hy wie in tiger, in panter yn ‘e goal. Sa’n sprongkracht, hy keepte betiden in wereldpartij en in wike letter siet hy wer op de bank. Dêr seurde hy ek net oer, te guodlik tink ik.’’
Wietze heeft de hoogtepunten zorgvuldigbewaardenwiedeverslagen van De Limburger, De Telegraaf, de Leeuwarder Courant en Voetbal International (VI) leest moet zich erover verbazen dat Marten nooit een vaste basisplek veroverde. Eerste keeper Zijlstra was door een enkelblessure vijf weken uitgeschakeld en dat betekende kansen voor Marten Stienstra. Met als hoogtepunt de wedstrijd in Sittard tegen Fortuna Sittard Combinatie (FSC) dat bij winst de periodetitel kon halen.
Voor 12.000 man werd het een desillusie voor de Limburgers want na 90 minuten stond er 0-1 op de klok. Zelfs topschutter Hans Zuidersma kon met een strafschop vlak voor tijd doelman Marten Stienstra niet pas- seren. De koppen logen er niet om: ‘FSC strandde op doelman Stienstra’ zo kopte het sportkatern Telesport van De Telegraaf op maandag. Vlak na afloop van de wedstrijd schonk Marten Stienstra zijn handschoenen en zijn verontschuldigingen voor de teleurstelling aan iemand in een rol- stoel op de eerste rij die was gereserveerd voor gehandicapten. Voor vaste volger Wietze kwam emotioneel alles samen door de staande ovatie van het publiek uit Sittard dat volgde op dat gebaar.
,,Hy hat him doe ferûntskuldige foar dy minsken. Want dat wie ús Marten ek, in oar ek wat gunne. En in wike letter wer op de bank sûnder protest.’’ Natuurlijk zal er wel meer hebben gespeeld achter de schermen, zo denkt ook Wietze. In die korte peri- ode als eerste keeper tijdens de bles- sure van Zijlstra kreeg Stienstra ook nog elke week de hoogste cijfers van VI, volgens Wietze.
Te bescheiden, een ander ook wat gunnen, het zijn niet de eigenschappen die je helpen om aan de top te komen in het betaald voetbal. Je moet een zekere mate van gif hebben zoals Johan Zuidema dat had. Toch blijft het een prestatie dat je als bewoner van de ‘legemagenbuert’ bij SC Cambuur speelde. Zoals het ook opmer- kelijk is hoe dat vele voetbaltalent uit De Parkloane in de jaren zeventig en tachtig verantwoordelijk was voor de successen van de ‘Readsjes’.