Tim Prins is een van de beste Nederlandse schaatsers van het moment. Het 21-jarige talent groeide op in Joure, maar zijn familie én de skeelerpiste zorgen ervoor dat Prins maar al te graag in de Westereen is.

“Het liefst was ik er elke dag”, zegt Tim Prins terwijl hij herinneringen ophaalt aan de skeelerpiste in de Westereen. Toen die in 2014 werd aangelegd aan de rand van het dorp, was Prins helemaal gek van skeeleren. “De Westereen was toen een van de eerste plaatsen in Nederland met zo’n trainingslocatie”, weet Prins. Zijn pake en beppe komen uit het dorp en dus kon Prins familiebezoekjes combineren met sporten.

“Mijn pake was er donateur en mijn vaders bedrijf sponsor. Hierdoor mocht ik trainen op de skeelerpiste als ik in de buurt was. Er is dus zeker een verband te leggen tussen de Westereen en de schaatser die ik nu ben. Marginaal misschien, maar toch leuk. Ik slaap nog steeds een keer per jaar bij mijn pake, op de oude kamer van mijn vader.”

Temperament en sc Heerenveen
Een telefoonverbinding met Prins brengt ons ruim 6500 kilometer verderop, in Milwaukee. Hier doet hij mee aan de World Cup op de 1000 en 1500 meter. “Het is lekker weer hier, een graad of tien. De sinne is der ek by.” De schaatser van Team Reggeborgh herkent in zichzelf een aantal eigenschappen van een echte Westereender.

“Het is natuurlijk wel een bepaald slag volk, in positieve zin. Als er bij mij tijdens wedstrijden en trainingen wat temperament opkomt, zeg ik gekscherend dat mijn Westereender bloed opborrelt. Mijn vader heeft dat ook wel een beetje.” De vader van Tim is Sytse Prins, de ijsmeester van de Elfstedenvereniging.

Zoals de meeste Friese jongens had Tim Prins voordat hij schaatser werd een andere droom: “Profvoetballer worden bij sc Heerenveen. Maar toen ik erachter kwam dat ik 

bovengemiddeld kon schaatsen, ben ik gestopt met voetbal. Toen was ik twaalf. In mijn laatste seizoen trainde ik alleen maar, want op zaterdag was ik in Thialf voor de ijstrainingen.”

Geschenk uit de hemel
In maart 2023 sloot Prins zich aan bij schaatsteam Reggeborgh, waarmee hij officieel prof werd. “De mogelijkheid om onder Gerard van Velde te schaatsen bij Reggeborgh was een geschenk uit de hemel. Het is een kampioenenploeg. Door elke dag met de beste schaatsers ter wereld te trainen, leer je veel”, aldus de teamgenoot van onder meer Kjeld Nuis, Patrick Roest, Jenning de Boo en Femke Kok.

Op nationale en internationale toernooien bivakkeert Prins meestal rond de podiumplekken op de 1000 en 1500 meter. En dat terwijl hij pas bezig is aan zijn tweede seizoen bij de senioren. Een enkele keer komt zijn gebrek aan ervaring nog naar boven. Vorige maand zelfs letterlijk, toen hij zijn maaltijd niet binnen kon houden na de 1500 meter op de World Cup in Calgary. “Voor een 1500 meter heb je veel trainingservaring nodig. Het is misschien wel de zwaarste afstand omdat snelheid en uithoudingsvermogen samenkomen. Alles deed pijn. Mijn benen, mijn longen en ook mijn maag. Na de wedstrijd waggelde ik op het middenterrein en wist ik even niet meer waar ik het moest zoeken. Het was de eerste keer dat ik moest overgeven na een wedstrijd.”

Olympische Spelen
Vooralsnog heeft Prins altijd last van een oppermachtige Amerikaan: de 20-jarige Jordan Stolz wint nagenoeg alles wat er te winnen valt. In januari 2024 versloeg Prins hem op een haar na tijdens de World Cup in Salt Lake City. Het gat met Stolz bedroeg slechts acht honderdsten. “Ik kan hem verslaan, 100% zeker”, zegt Prins. “Als ik het idee zou hebben dat ik dat niet kan, zou ik vandaag nog stoppen met schaatsen.”

Gelukkig is dat niet aan de orde. Over een jaar zijn de Olympische Spelen in Milaan. “Dan ben ik nog jong, 22 jaar, maar ik heb er alle vertrouwen in dat ik erbij ben als de beste versie van mijzelf. Mijn doel en droom is om ooit Olympisch kampioen te worden.”

Voorlopig blijft de genoemde World Cup in Salt Lake City het hoogtepunt uit Prins’ carrière. “Tot nu toe is er nog nooit iemand dichter bij Stolz in de buurt gekomen op de 1000 meter. Toen realiseerde ik mij echt dat ik mee kan doen met de wereldtop als ik goed rijd. Drie weken later werd ik vijfde op het WK, wat eigenlijk voelde als een teleurstelling. Een jaar eerder had ik ervoor getekend. Zo snel kan het gaan.”

Op de 1000 meter in Milwaukee kwam Prins ten val waardoor hij als laatste eindigde. Op de 1500 meter eindigde hij als vierde, achter Jordan Stolz, Kjeld Nuis en de Noor Peder Kongshaug.