Ik droom van de wereldtitel in de Stockcars

KOLLUMERZWAAG – Chris Visser heeft een grote droom: de wereld- titel in het stockcarracen. Met zijn felrode auto maakt hij indruk op het circuit in de Microklasse van de Formule 2. “Het leukste aan racen is de spanning,” volgens Chris. “We gaan heel hard en dat maakt het zo leuk!”

Stockcarracen is een autosport waarbij coureurs op korte circuits strijden in robuuste auto’s die tegen een stootje kunnen. De liefde voor deze sport zit in Chris’ bloed. Familievriend Hindrik Gommers, een doorgewinterde Formule 1 en Formule 2-coureur, nam hem al op jonge leeftijd mee naar stockcarraces. Op zijn achtste kreeg Chris zijn eerste eigen stockcar, speciaal geïmporteerd vanuit Engeland. Inmiddels racet hij voor het tweede seizoen in de Microklasse F2 in Lelystad, een competitie voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar. “De spanning vind ik het leukste,” zegt Chris met een brede glimlach. “We gaan wel 90 kilometer per uur!”

“We gaan wel 90 kilometer per uur!”

De eerste keer dat hij in de auto stapte, herinnert hij zich nog goed. “Ik vond het heel spannend. Ik dacht: ‘Ik heb dit nog nooit gedaan’, maar ik dacht ook dat ik het wel kon. En dat kon ik ook.” Chris begon zijn carrière als een zogenaamde ‘witdakker’ – een term voor startende racers die met een wit dak rijden en daardoor vooraan op de baan staan.

Al snel maakte hij indruk. “In één seizoen heeft hij zich opgewerkt naar een rood dak, wat betekent dat hij nu achteraan moet starten en twintig andere auto’s moet inhalen,” legt mem Frouckje trots uit. Ook het rijden met dat rode dak gaat Chris goed af: momenteel staat hij op de vijfde plek in het klassement. Eerste kampioenstitel Eerder dit jaar heeft Chris zijn eerste kampioenstitel ooit binnengesleept: Master of Shale 2024. Terwijl stockcarraces normaal gesproken op asfalt worden gereden, vindt er elk jaar één speciale wedstrijd plaats op een gravelbaan (soort grind, red.). Chris heeft die afgelopen jaar gewonnen en zich dus bewezen als de meester van het gravel in zijn leeftijdscategorie. Is rijden op gravel anders dan rijden op asfalt? Chris knikt enthousiast. “Ja, veel leuker!”

Al snel maakte hij indruk. “In één seizoen heeft hij zich opgewerkt naar een rood dak, wat betekent dat hij nu achteraan moet starten en twintig andere auto’s moet inhalen,” legt mem Frouckje trots uit. Ook het rijden met dat rode dak gaat Chris goed af: momenteel staat hij op de vijfde plek in het klassement.

Eerste kampioenstitel
Eerder dit jaar heeft Chris zijn eerste kampioenstitel ooit binnengesleept: Master of Shale 2024. Terwijl stockcarraces normaal gesproken op asfalt worden gereden, vindt er elk jaar één speciale wedstrijd plaats op een gravelbaan (soort grind, red.). Chris heeft die afgelopen jaar gewonnen en zich dus bewezen als de meester van het gravel in zijn leeftijdscategorie. Is rijden op gravel anders dan rijden op asfalt? Chris knikt enthousiast. “Ja, veel leuker!”

Pake Tjitze is Chris’ grootste fan. Samen met familievriend Willem en heit Menno vormt hij het team van monteurs dat Chris’ stockcar verzorgt. Sleutelen gebeurt in het hok van pake Tjitze. “We werken hard om Chris’ auto nog beter en sneller te maken,” vertelt Menno. “Van bandenspanning tot benzine, alles wordt gecontroleerd om de auto in topconditie te houden.”

Ondanks de hoge snelheden en soms gevaarlijke situaties, maakt Chris zich geen zorgen. Hij draagt brandwerende kleding en een neksysteem dat ervoor zorgt dat hij geen kant op kan. “Hij is zelfs al een keer over de kop gegaan,” vertelt Menno. “Maar via oortjes kan zijn team altijd met hem praten, en gelukkig komt het altijd goed.” Frouckje geeft toe dat ze het soms toch wel een beetje spannend vindt. “Vooral als ze met zijn achten tegelijk door een bocht gaan. Maar Chris heeft de auto goed onder controle en botsen mag niet, dus dat stelt me gerust.”

Neat oan ‘e hân, heit en mem
Dat over de kop vliegen, dat was nogal een dingetje. Hoe ging dat? “De auto kantelde en ik lag ineens op de zijkant,” vertelt Chris. Hij en zijn stockcar moesten met een trekker van de baan gesleept worden. “De ziekenauto kwam om te vragen of me iets mankeerde.” Menno en Froukje hadden het even moeilijk, maar al snel stak Chris triomfantelijk zijn duim omhoog vanuit de auto: neat oan ‘e hân, heit en mem.

Zijn auto daarentegen was total loss. Menno vertelt: “De velgen waren krom, de achteras was krom, de banden waren lek… noem maar op.” Het leek einde verhaal, maar Chris’ monteurs gaven zich niet zomaar gewonnen. “We hebben meteen de koppen bij elkaar gestoken en gezegd: die auto moet klaar zijn voor de volgende race.” Met man en macht werd overal materiaal vandaan gehaald, en ongelooflijk genoeg stond Chris diezelfde middag alweer aan de start. “En hij werd nog tweede ook!”, zegt Menno.

“Voorop de auto staan de meisjes”
Elke stockcar heeft een uniek nummer waaraan de auto te herkennen is. Chris rijdt in auto H438, een nummer dat hij meenam van zijn fietscrosstijd. “Ik wilde dat nummer ook op mijn stockcar, en dat is gelukt,” zegt hij. Naast dit kenmerkende nummer is de auto versierd met verschillende sponsors. Voorop, in zwierende, gouden letters, pronkt een speciale naam: Sytha, zijn zusje. “Voorop de auto staan altijd de meisjes,” legt Chris uit.

Chris leeft en ademt stockcar. Zijn kamer staat vol miniatuurraceauto’s, en hij kan elk nummer en elke dakkleur van de grote stockcarcompetities feilloos opnoemen. “We zijn ontzettend trots op hem,” zegt Menno. Frouckje voegt eraan toe: “Omdat hij zoveel plezier heeft, genieten wij er ook van. Elke keer als we naar Lelystad gaan, is het een feest.” Menno grijnst naar zijn zoon. “Maar laten we niet vergeten,” zegt hij, “het is niet alleen een feest. We willen ook winnen.”

Wat Chris’ doel is? De racer denkt even na. Dan zegt hij resoluut: “Wereldkampioen worden.” Hij wil in de voetsporen treden van zijn idool Tom Harris, een stockcarracer uit Engeland die meerdere wereldtitels op zijn naam heeft staan. Heeft Chris ook nog advies voor andere kinderen die willen racen? “Je moet wel durven. Niet bang zijn en gewoon doorzetten.”