BROEKSTERWÂLD – Pinguïns spotten, met dolfijnen zwemmen en een spectaculaire wildwestrodeo van dichtbij meemaken. Scrollend door de reeks adembenemende foto’s op haar mobiel komt Irene Wolters (20) uit Broeksterwâld woorden tekort bij al die avonturen die ze beleefde in Nieuw-Zeeland. Negen weken liep ze stage aan de andere kant van de wereld bij een melkveehouder. Daarna ging ze vier weken op reis door het wonderschone land. Een belevenis die ze niet snel zal vergeten.
In de dierenspeciaalzaak en fouragehandel van haar ouders midden in Broeksterwâld zit Irene aan de keukentafel. In sneltreinvaart scrollt ze door een eindeloze reeks foto’s. De ene nog prachtiger dan de andere. Bij iedere foto hoort een net zo indrukwekkend verhaal. Een verhaal dat in juli 2023 begint als Irene als studente Dier- en Veehouderij aan hogeschool Van Hall Larenstein haar koffers pakt voor een stage-avontuur in Nieuw-Zeeland.
Van hartje zomer naar winterse kou
„Een stage in het buitenland is een vast onderdeel van onze opleiding”, vertelt Irene. „Tijdens mijn zoektocht naar een stageplek kwam ik langs het bericht van een Friese melkveehouder met zo’n 250 koeien die in het plaatsje Hororata in Nieuw-Zeeland woont. Ik was gelijk enthousiast en stuurde een berichtje dat ik graag wilde komen.” Nadat ze groen licht krijgt, kan het aftellen beginnen. Hartje zomer pakt Irene haar koffers in en vliegt naar de winter. Want zoals dat hoort aan de andere kant van de wereld is alles in Nieuw-Zeeland net andersom, dus ook de seizoenen.
Ondanks de frisse temperaturen loopt Irene gelijk warm voor het prachtige Nieuw-Zeelandse landschap. Hororata ligt op het Zuidereiland vlakbij Christchurch. Een gebied met uitgestrekte landschappen geflankeerd door de imponerende bergtoppen van Mount Hutt op de achtergrond. In dat woeste landschap woont haar stageboer, trotse eigenaar van 250 melkkoeien die het hele jaar door buiten weiden. „In Nieuw-Zeeland zie je vrijwel geen stallen zoals we die hier kennen”, legt Irene uit. „Of het nou winter of zomer is, in Nieuw-Zeeland lopen de koeien altijd buiten. Alleen voor het melken komen ze de melkstal in, maar verder gebeurt alles buiten. Ook het afkalven.”
Handen uit de mouwen
Waar koeien in Nederland het hele jaar door kalfjes krijgen, kiezen veel melkveehouders in Nieuw-Zeeland ervoor om alle koeien in drie maanden tijd te laten kalven. „Vergelijk het met het lammetjesseizoen zoals we dat in Nederland kennen in de lente”, vertelt Irene. „Door bewust te kiezen voor een periode van drie maanden waarin iedere koe een kalfje krijgt, kun je dit heel goed organiseren. Zeker omdat de koeien altijd buiten zijn, is dit heel praktisch. Maar je kunt je voorstellen dat 250 koeien die in drie maanden tijd allemaal een kalf krijgen, behoorlijk hectisch is.”
Vandaar dat Irene in haar eerste stageweek al gelijk aan de bak kan. Met haar 4×4 pick-up rijdt ze dagelijks door de weilanden op zoek naar pasgeboren kalfjes. Regelmatig komt ze kalvende koeien tegen, waarbij ze ook zelf de handen uit de mouwen mag steken. Bang om vies te worden, is ze allerminst. „Maar af en toe was het best spannend wanneer een kalfje in stuitligging lag”, geeft ze toe. „Gelukkig was de echtgenote van mijn stageboer veearts. Dat kwam goed van pas.”
‘Wanneer 250 koeien in drie maanden tijd een kalf krijgen, is dat behoorlijk hectisch’
Kalverkraamvrouw
Als heuse kalverkraamvrouw heeft Irene achter haar Nieuw-Zeelandse pick-up een aanhangwagen, waarmee ze de kalfjes naar een groot strohok rijdt. „In Nieuw-Zeeland zie je geen iglo’s zoals we die hier in Nederland hebben. Hier kiezen ze bewust voor grote groepen van zo’n 15 kalfjes”, legt ze uit. „Mijn taak was om al die pasgeboren kalfjes te verzorgen. Na een aantal weken gaan ze naar buiten, waar ze ook gevoerd worden.” Ook voor dit klusje mag Irene in haar pick-up truck aantreden. Trots laat ze een foto zien van de ondergaande zon met in de laatste zonnestralen een groep drinkende kalfjes. „Dat was altijd mijn favoriete moment van de dag”, glundert ze.
Rijdend door het woeste landschap kan Irene alvast kennismaken met nóg een groot verschil tussen Nieuw-Zeeland en Nederland: het rijden aan de linkerkant van de weg, met het stuur aan de rechterkant in de auto. „Hoe vaak ik niet per ongeluk de ruitenwissers heb gebruikt in plaats van de richtingaanwijzer”, grijnst ze. „Alles zit net andersom. Schakelen doe je met je linkerhand en een rotonde neem je linksom. Dat is enorm wennen, zeker in het begin. Maar gelukkig kon ik iedere ochtend en avond off road oefenen.”
Onvergetelijke avonturen
Oefening baart kunst, want na negen weken stage rijdt Irene probleemloos over de Nieuw-Zeelandse wegen. En dat is maar goed ook, want samen met klasgenoot Marith gaat ze op rondreis aan de andere kant van de wereld. Vier weken lang huren ze een camper en ontdekken de meest bijzondere plekken. „Langs de kust van het Zuidereiland hebben we pinguïns gespot”, begint Irene de opsomming. „Daarna zijn we doorgereden naar de stad Queenstown, hebben we een speedboottocht gemaakt, de fjorden en watervallen in Milford Sound bezocht en de welbekende That Wanaka Tree in Lake Wānaka bekeken.” Maar het uitje waar beide dames al vanaf het begin van hun rondreis naar uitkijken, is de jaarlijkse rodeo in het dorpje Methven.
Aan de keukentafel tovert Irene een filmpje tevoorschijn van een grote stoffige arena. Het geluid van opzwepende muziek en juichende mensen zwelt aan zodra er een hevig bokkende stier ten tonele verschijnt. Op z’n rug een cowboy die van elastiek lijkt te zijn. Zwaaiend met z’n armen weet hij het maar liefst zeven duizelingwekkende rondjes vol te houden voordat hij door de stier wordt gelanceerd en in het stof belandt. Onder luid applaus verlaat de stier als winnaar de arena.
„Dit was echt geweldig om mee te maken”, concludeert Irene. Wat de dames in Methven dan nog niet weten, is dat het hoogtepunt van hun reis nog moet komen.
De laatste dagen van hun rondreis gaat het tweetal naar het Noordereiland, met als doel om walvissen te spotten vanaf een boot. Het Nieuw-Zeelandse weer laat het echter afweten, waardoor de boot niet kan uitvaren. In plaats van bij de pakken neer te gaan zitten, wandelen de dames langs de boulevard waar hun oog valt op een flyer om te zwemmen met dolfijnen. Gehesen in een duikpak en voorzien van een duikbril, flippers en een snorkel zwemmen beide dames al even sierlijk in azuurblauw water als de tientallen dolfijnen om hun heen. De glimlach van Irene is drie maanden later nog altijd onbetaalbaar. „Dit ferjit ik nea wer.”
‘Ik ha oan de oare kant fan de wrâld west, mar dit hjir is myn plakje’
Pake’s trots
Wanneer ze op 4 november weer voet op Nederlandse bodem zet, staat haar familie al op haar te wachten. Ook haar pake kan niet wachten om de verhalen van de andere kant van de wereld te horen. Daarbij heeft hij vooral oog voor de foto’s waarop Nieuw-Zeelandse edele viervoeters staan. „Us pake wie krekt as my sljocht fan hynders”, legt Irene uit. „Hij heeft meerdere goede springpaarden gefokt. Toen ik voor het eerst bij mijn stageboer in Hororata binnenstapte, zag ik in de kantine een paardenkalender hangen. Toeval of niet: op de foto stond Nyrocco W, de hengst die mijn pake ooit fokte. Ik heb pake gelijk een berichtje gestuurd. Hij was zo trots als een pauw.” In december krijgt de familie slecht nieuws als blijkt dat pake longkanker heeft. Hij overlijdt in januari. Met alle liefde neemt Irene de zorg voor zijn paarden over.
De grote stal achter de dierenspeciaalzaak in Broeksterwâld was altijd het domein van pake. Irene opent de grote schuifdeur die toegang geeft tot de opslag van stro en hooi. Daarachter staat pake’s trots: twee kalm kauwende merries, waarvan eentje net een veulen heeft gekregen. Liefdevol aait Irene het nieuwsgierige merrieveulen over de zijdezachte neus. „Wat wie it moai west as pake dy noch sjoen hie”, zegt ze zachtjes. Tegelijkertijd is ze dankbaar voor alle mooie dingen die ze samen met pake mee mocht maken. En één ding weet ze inmiddels zeker. „Ik ha oan de oare kant fan de wrâld west, mar dit hjir is myn plakje.”