DE WESTEREEN – Wie de garage van Jurjen Uitterdijk (50) instapt, waant zich in een waar wegrace-museum. Aan de muren hangen oude helmen, motorpakken, foto’s en posters uit de tijd dat hij als één van Nederlands snelste coureurs furore maakte. Maar het pronkjuweel in zijn museum is de Ten Kate Honda waarop hij in 2004 voor het eerst KNMV-kampioen werd. Exact twintig jaar later haalde Jurjen de snelheidsduivel eigenhandig onder het stof vandaan en bracht de motor thuis. “Oft ik der noch mei de baan op gean?”, roept hij. “Bisto gek. Dizze komt it hok net mear út!”
‘Oude liefde roest niet’, luidt het aloude spreekwoord. In het geval van Jurjen Uitterdijk gaat deze wijsheid wel heel letterlijk op. Twintig jaar nadat hij in 2004 afscheid nam van zijn trouwe Honda staat de racemachine inmiddels weer in z’n garage. Zonder ook maar een roestvlekje te hebben opgelopen. “Ik ha him eigenhannich by de foarige eigener ûnder in saachtafel weihelle”, lacht Jurjen. “Op wat stof nei is er yn dy tweintich jier neat feroare.”
Van de solex naar de motor
Van Bouwbedrijf Lautenbach tot Café Hossebos: verspreid over de racemotor staan de diverse sponsornamen die in 2004 aan de basis stonden van het succes van team Jukke Racing. Voor het bijzondere succesverhaal moeten we echter iets verder terug in de tijd. “It begûn thús mei ús heit dy’t sljocht wy op solexracen”, vertelt Jurjen. Ook Jurjen raakt besmet met de liefde voor snelheid en heeft de geheimen van het solexracen al snel onder de knie. Op z’n achttiende haalt hij z’n autorijbewijs en stoomt gelijk door voor z’n motorpapiertje. Aangezien op de gewone weg een hinderlijke maximum snelheid geldt, verruilt Jurjen zijn ‘gewone’ motor in 2001 voor een Suzuki racemotor. En zo maakt hij op 28-jarige leeftijd zijn debuut in de wegracewereld.
“Ik ha him eigenhannich ûnder in saachtafel weihelle”
Een flinke deuk
Jurjen meldt zich aan bij de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV). Hij blijkt talent te hebben en valt op door z’n prestaties tijdens diverse wedstrijden in Nederland, België en Duitsland. In 2003 schaft de eigenaar van Bouwbedrijf Lautenbach een snellere motor voor hem aan: de beruchte Ten Kate Honda. “Dat wie yn dy tiid dé motor”, herinnert Jurjen zich nog goed. Al gelijk in z’n eerste jaar op de nieuwe aanwinst rijdt de snelheidsduivel uit De Westereen zich in de voorhoede bij diverse nationale wedstrijden. De kans om de KNMV-Cup binnen te halen groeit en groeit. Totdat hij met nog twee wedstrijden te gaan overmoedig raakt en een flinke klapper maakt. Een fikse deuk in de rechterkant van de tank is nog altijd een stille getuige van de crash.
Aan de start bij de World Super Sport
Het verspelen van de titel levert bovendien een deukje op in het ego van Jurjen. Een jaar later is hij gebrander dan ooit tevoren en bemachtigt alsnog de gewilde zilveren cup. Gedreven als hij is, ontstaat er al snel een nieuwe missie: meerijden met de Open Nederlandse Kampioenschappen waar hij aan de start staat naast betaalde coureurs. Daarvoor schaft hij een nieuwe motor aan en neemt afscheid van zijn geliefde Honda. Op zijn nieuwe Yamaha R6 rijdt hij zich opnieuw in de picture en bemachtigt in 2008 zelfs een wildcard waarmee hij aan de start staat tijdens de World Super Sport-wedstrijd in Assen. “Dat gie hurd heite”, grijnst hij terugdenkend aan die magische dag. Alleen al het feit dat hij zich weet te kwalificeren voor de finale voelt voor de nuchtere Westereender als een overwinning. Uiteindelijk eindigt hij op de 26e plek van de 37 deelnemers. “In wedstriid om nea te ferjitten.”
Afscheid in 2010
Ondanks Jurjens talent om de wedstrijd te lezen en zijn superieure bochtenwerk, begint zijn leeftijd hem langzaamaan parten te spelen.
Bovendien wordt hij in 2007 vader van een dochter en komt het besef dat hij in al die jaren het nodige geluk heeft gehad tijdens crashes en glijpartijen. In 2010 breekt hij z’n sleutelbeen en is drie maanden aan huis gekluisterd. Als zelfstandig schilder hakt de blessure er dubbel in. “Dat wie it momint dat ik tocht: it is moai west.” Na tien jaar racen rijdt Jurjen z’n laatste wedstrijd in 2010 en krijgt een welverdiend afscheid. Nog geen dag heeft hij spijt gehad van die beslissing. “Ik ha it maksimale út myn karriêre helle”, concludeert hij nuchter.
“Ik ha it maksimale út myn karriêre helle”
Een zwarte krachtpatser
Dat hij z’n helm in de wilgen hangt, betekent echter niet dat Jurjen stopt met racen. Immers, de ‘need for speed’ blijft door z’n bloed stromen. Nog altijd haalt hij een aantal keer per jaar z’n motor van stal om tijdens circuitdagen in Assen eventjes de benen te strekken. Samen met vrienden geniet hij nog altijd met volle teugen van de snelheid en het bochtenwerk. Inmiddels doet hij dat op een glimmende zwarte 1000 cc BMW, voorzien van de nieuwste snufjes. Met het grootste gemak tikt deze stoere krachtpatser 300 kilometer per uur aan. “Myn topsnelheid is 265 kilometer yn ‘e oere”, schat Jurjen. “Machtich.”
Een ereplaats in het museum
Ondanks alle technische hoofstandjes en het verbluffende aantal PK’s van de BMW blijft Jurjens hart toch verknocht aan de 600 cc Ten Kate Honda. “Mei dizze motor ha ik sa ’n soad belibbe”, legt hij uit. “As ik der allinnich al nei sjoch, komme al dy ferhalen wer nei boppen.” Het blijft echter bij kijken, verzekert hij. “Dit is in masjine op leeftyd, dy’t it hok net mear útkomt. Heechút foar in poetsbeurt. Hy hat syn wurk derop sitten en fertsjinnet no in moai eareplakje yn myn museum.”